De rechtbank deed op 16 juni 2021 uitspraak in twee sociale strafzaken. In de eerste zaak werden de twee beklaagden strafrechtelijk vervolgd voor het ontvangen van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gedurende een bepaalde periode telkens als gerechtigde met gezinslast terwijl zij in werkelijkheid samenwoonden (I). In de tweede zaak werd de beklaagde strafrechtelijk vervolgd voor het bekomen van leefloon en steun gedurende een bepaalde periode ingevolge het nalaten van het afleggen van correcte verklaringen inzake de gezinssamenstelling (onaangegeven samenwoonst) en inzake financiële steun t.a.v. haar en haar gezin. De beklaagde had zich voorgedaan als alleenstaand gezinshoofd om zo een hogere OCMW-tussenkomst te kunnen ontvangen terwijl ze in werkelijkheid nog steeds sociaal als financieel door haar ex-partner ondersteund werd (II).

Lees de samenvatting in een andere taal: