In de zaak Lacatus t. Zwitserland van begin dit jaar, erkent het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor het eerst dat bedelen een mensenrecht vormt. Volgens het Hof had Zwitserland in strijd gehandeld met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) (het recht op eerbiediging van het privéleven) door een bedelaar te bestraffen. Het vrijwaren van het toeristisch of commercieel karakter van een stad kan volgens het Hof nooit een afdoende rechtvaardiging vormen. Ook het argument dat een bedelverbod kan bijdragen tot de strijd tegen exploitatie van bedelarij door bendes wordt van tafel geveegd: zelfs wanneer hier daadwerkelijke sprake van zou zijn, draagt de bestraffing van slachtoffers niet afdoende bij tot de bestrijding van dit fenomeen. Buiten het verbieden van agressieve of opdringerige vormen van bedelarij, laat het arrest weinig verdere ruimte om bedelen te verbieden. Aangezien in ons land verschillende lokale besturen bepaalde vormen van bedelen verbieden via politiereglement, is dit arrest ook relevant voor de Belgische context. Tevens relevant voor de rechtspraktijk zijn de door het Hof gehanteerde concepten van persoonlijke autonomie en menselijke waardigheid, die handvaten kunnen bieden om verdere invulling te geven aan de mensenrechten van personen in armoede.

Lees het commentaar in een andere taal :